Neurofeedback

Neurofeedback is een vorm van neurocognitieve training,
waarmee specifieke cognitieve (of hersen-) functies getraind kunnen worden.
Hierbij gaat het dan meestal om de concentratie. Het is een behandelmethode voor
kinderen met ADHD en/of een Autismespectrumstoornis zonder medicatie en die
niet zo ingrijpend is. Deze behandelvorm vraagt wel om een actieve inzet van
het kind en de ouders.
De bekendste vorm van neurofeedback is Elektro-encefalografie
(EEG)-neurofeedback gebaseerd op de elektrische hersenactiviteit. Cliënt kijkt
naar een computerscherm en ondertussen wordt de elektrische hersenactiviteit
gemeten met elektroden op het hoofd. Sommige hersengolven zijn geassocieerd met
geestelijke inspanning en andere met ontspanning. Door de feedback via de
computer kan de cliënt leren om invloed uit te oefenen op die hersengolven en
zo ook op de cognitieve taak. Ervaringsgewijs leer je wat jouw hersenen
activeert en wat juist rust brengt. Door dit vervolgens veel te oefenen achter
de computer kan de cliënt zijn eigen manier leren om zijn hersenen te
activeren. Het uiteindelijke doel is om dit later ook in de praktijk te
gebruiken (bv op school).
Hemo-encefalografie (HEG)-neurofeedback is een nieuwe vorm van
neurofeedback en maakt geen gebruik van elektrische hersenactiviteit, maar van de
activiteit die ontstaat bij de doorbloeding van de hersengebieden. Wanneer
hersengebieden mentaal actief zijn (tijdens het nadenken of spreken bv) dan is er
een toename van zuurstofrijke doorbloeding in die gebieden. Dit kan met speciale
beeldvormende technieken gemeten worden, zoals met speciale infra-roodsensoren
op een hoofdband. Deze sensoren meten de zogenaamde metabole hersenactiviteit
tot ongeveer 3 cm achter het voorhoofd. Met HEG-neurofeedback wordt geprobeerd
de cliënt te leren om zelf actief de doorbloeding te verhogen in een bepaald
hersengebied, zodat dat gebied meer actief wordt, en de concentratie daardoor
verbetert. HEG-neurofeedback is louter en specifiek gericht op beïnvloeding van
de voorste hersengebieden, de zogenaamde pre-frontale cortex. De verwachting is
dan ook dat de cognitieve functies die door de voorste hersengebieden aangestuurd
worden, beïnvloed kunnen worden middels HEG-neurofeedback. Deze zogenaamde
executieve functies betreffen dan de concentratie, de plannende en
organiserende vermogens, de mentale flexibiliteit en het werkgeheugen.
Bij psychiatrische aandoeningen waarbij is aangetoond dat er
een verminderde doorbloeding van de voorste hersengebieden kan optreden, zoals
bij ADHD, depressie, schizofrenie en de autismespectrumstoornis, wordt
momenteel wetenschappelijk onderzocht wat de effectiviteit is van HEG-neurofeedback.
Voor wie is HEG-neurofeedback geschikt ?
De meeste ervaring tot nu toe met HEG-neurofeedback is
opgedaan bij kinderen met concentratie-problemen in het kader van ADHD en/of de
autismespectrumstoornis. Er is bij hen vooral getraind in het richten,
vasthouden en loslaten van de visuele aandacht. Ondertussen zijn hierover
enkele wetenschappelijke studies gepubliceerd. Het lijkt er sterk op dat
HEG-neurofeedback een positief effect kan hebben op de concentratie van deze
kinderen. Het effect wordt dan gezien direct na afloop van de training, na 4
weken en ook nog na 6 maanden. Hoe robuust deze resultaten zijn wordt momenteel
onderzocht. Het lijkt er ook op dat bij HEG-neurofeedback minder sessies nodig
zijn, dan bij de EEG-variant. In de studies wordt nl. gesproken over 12 tot 18
sessies HEG-neurofeedback en over 30 tot 40 sessies EEG-neurofeedback. Omdat
HEG-neurofeedback nog vrij nieuw is, is momenteel nog niet onomstotelijk vast
gesteld of het een bewezen effectieve behandelmethode betreft, en spreekt men
dus nog van een experimentele methode.
Hoe wordt HEG-neurofeedback uitgevoerd op de Binnenkijk ?
Op de Binnenkijk richten wij ons in eerste instantie op
kinderen met concentratie-problemen in het kader van ADHD en/of een
autismespectrumstoornis. Meinte Vollema geeft de neurofeedback. Kinderen komen bij voorkeur twee keer per week naar de praktijk
voor een sessie van ongeveer 30 minuten. Ze kijken dan naar een computerscherm,
waarop bv een auto te zien is of een achtbaan en zijn met een sensor op de
hoofdband aangesloten op de computer met speciale neurofeedback-software. Als
de auto rijdt dan betekent dat dat er een toename in de doorbloeding is van de
voorste hersengebieden en dus een betere concentratie. Stopt de auto dan is er
geen toename, of zelfs een afname. Kinderen kunnen getraind worden om de auto
niet alleen te laten rijden, maar ook om de auto zo lang mogelijk te laten
rijden, of om de auto afwisselend te laten rijden en te laten stoppen. We
proberen het kind zo te leren om zelf te ontdekken wat de manieren zijn voor
hem/haar om de auto te laten rijden, dus om de concentratie te laten toenemen. Het
ene kind merkt bijvoorbeeld dat hij zich beter kan concentreren als hij wiebelt
of friemelt, de ander merkt dat als hij praat het juist beter gaat terwijl een derde
vooral naar het bewegende object wil kijken. Per sessie worden de prestaties opgenomen en bewaard, zodat
ze later in analyses gebruikt kunnen worden. Deze gegevens geven ons informatie
over het verloop over de tijd (gaat het steeds beter naarmate het kind meer
oefent of niet?), maar ook inzicht in welke specifieke strategieen het kind
geholpen hebben. Momenteel wordt bekeken of een mobiele HEG-neurofeedback
device al volledig operationeel is, zodat kinderen naast het oefenen op de
praktijk er ook thuis mee aan de slag zouden kunnen.
De resultaten worden geanonimiseerd bewaard om effectonderzoek te doen en om er eventueel over te kunnen publiceren in een
wetenschappelijk tijdschrift. Dit onderzoek is inmiddels gedaan bij 10 kinderen die werden behandeld op de Binnenkijk. Zie voor een samenvatting van de resultaten de (engelse) samenvatting van de lezing hierover die Meinte op een congres in Italie houdt. Je vindt deze samenvatting onder het kopje Downloads in de werkbalk bovenaan de site.